De Altis in Rijswijk is een sportcomplex dat in de plaats is gekomen van twee oude sporthallen en een gymzaal. Vanzelfsprekend is het gebouwd met de duurzame technieken die in de tijd dat de hallen en de gymzaal werden neergezet nog niet bestonden, maar daar stopt de vooruitgang niet. Opdrachtgever en opdrachtnemer hebben een bredere interpretatie van het begrip duurzaamheid gehanteerd, waarbij niet alleen oog was voor energieopwekking en energiebesparing maar ook voor hergebruik van materiaal en zelfs voor de demontage van het gebouw in de toekomst. Bovenal was er aandacht voor het menselijk gebruik van het complex, door sporters en niet-sporters, met als gevolg dat de Altis amper een jaar na oplevering al veel populairder is dan voorzien in de meest optimistische prognose.

Tekst: Jeroen Kuypers
Publicatie: VSG Sport & Gemeenten

De entree van De Altis met een groot voorplein met een talud te gebruiken als tribune en de nodige sportfaciliteiten.

Iedere Rijswijkenaar is welkom in De Altis, en als het niet in het complex zelf is, dan wel buiten, in de ruimte voor het pand. Tijdens de dialoog met de gemeente heeft OLCO Holland Bouw, de Opdrachtnemer, het voorterrein weten vrij te spelen voor een plek van sporten en ontmoeten. Er zijn houten en betonnen sportvoorzieningen aangebracht en parkeerplekken voor fietsen en brommers. De auto’s vinden de hunne in de parkeergarage onder een deel van het sportcomplex. Het voorplein is daardoor een moderne versie geworden van de klassieke Griekse agora, een plek om te wandelen, stil te staan en zitten. “Het vervult werkelijk zijn functie,” zegt Marcel Grijn, sportambtenaar bij de gemeente Rijswijk. “We zien bijvoorbeeld dat de vakleerkrachten niet alleen gebruik maken van de faciliteiten binnen het gebouw maar ook van de beweeg-elementen ervoor, dat ze, naar eigen zeggen, vaker naar buiten gaan dan vroeger. Het plein is ook geliefd bij niet-georganiseerde sporters en bij niet-sporters.”

Zuiverder afwegingen

Je kunt een gebouw pas duurzaam noemen als de gebruikers er graag naar terugkomen, meent Peter Mantel, projectleider namens bouwer OLCO Holland Bouw, en terugkomen is wat ze hier al sinds de officiële oplevering in april heel geregeld doen. Het sportcomplex is dan ook niet alleen aan de voorkant meer uitnodigend dan de doorsnee sportaccommodatie. “We hebben een wadi aan de achterkant gemaakt en we hebben nestkastjes aangebracht aan de gevel om de fauna een kans te geven. Het ging hier om circulariteit veel meer dan enkel om duurzaamheid. Dat betekent dat we ook breder hebben gekeken dan enkel de energievoorziening. Zonnepanelen op het dak is een goed idee maar het is niet genoeg en op zich ook niet onderscheidend om een gebouw duurzaam te maken. Wij hebben net zo goed gekeken naar optimaal waterbeheer en naar manieren om de behoefte aan energie te beperken in plaats van enkel groene energie op te wekken. De eerste vraag die we ons op dat vlak stelden was dus: hoe houden we de energievraag zo veel mogelijk beperkt? Het antwoord was isolatie van een hoge kwaliteit, een compacte configuratie, een goede detaillering en uitvoering en uiteraard installaties met warmtewisselaars. Het betekende ook verder kijken dan alleen de aanschafkosten van materialen, want een gevel optrekken is één ding maar ze vervolgens jarenlang onderhouden een ander. Als je daar allemaal rekening mee houdt, kom je tot andere, zuiverder afwegingen.”

“Zonnepanelen op het dak is een goed idee maar het is niet genoeg en op zich ook niet onderscheidend om een gebouw duurzaam te maken” – Peter Mantel, Projectmanager OLCO

Uitschuifbare tribune

Bepaalde elementen, zoals de gevelelementen, zijn in de fabriek onder perfecte condities geprefabriceerd, waardoor een goede kwaliteit kon worden gerealiseerd en we een gebouw hebben geconstrueerd dat snel kon worden opgetrokken. Daarnaast kunnen veel elementen aan het eind van de levensloop in hun geheel gedemonteerd worden voor hergebruik. Zoals er ook nu al veel gebruik is gemaakt van materialen die op hun beurt gerecycled zijn. Dat is de circulariteit waarnaar is gestreefd door opdrachtgever en opdrachtnemer, een streven dat nog niet het totale gebouw kan omvatten maar wel reeds een belangrijk percentage ervan. Een relatief lichte staalconstructie, houtskeletbouw gevelelementen en een voorzetwand van osb – De Altis klinkt op dit vlak naar een opsomming van circulaire technieken en materialen, een succesvolle toepassing van nieuwe inzichten die de voorbije jaren in opkomst zijn in de bouwwereld. Maar ook bij de inrichting van de sporthallen is gebruik gemaakt van relatief nieuwe, ruimtebesparende technieken, zoals van een uitschuifbare tribune en neerlaatbare tussenwanden, om de flexibiliteit van de hal zo groot mogelijk te maken. En veel verschillende gebruikersgroepen gebruik kunnen maken van de nieuwe sporthal

Opschalen en afschalen

“Opschalen en afschalen, daar gaat het hierbij om,” zegt Tim Koolstra, projectleider namens de gemeente. “Er moeten grotere en kleinere toernooien kunnen worden gespeeld, door verschillende verenigingen in verschillende sporten. Omdat we die mogelijkheid tot aflossing wilden bieden, maar ook wedstrijden en trainingen naast elkaar wilden kunnen laten plaatsvinden in de beide hallen en het budo-centrum, hebben we gekozen voor twee horecagelegenheden. Dat klinkt onlogisch, en toch. Zet je er één, centrale horeca neer, dan loop je het risico dat spelers en supporters zich er te weinig zullen thuis voelen, zeker op momenten dat ze gedwongen worden die gelijktijdig met anderen te delen. Het feit dat er twee horeca’s zijn weerhoudt ze er in de praktijk overigens niet van samen te werken als dat nodig is, maar dat bepalen ze dan wel zelf.”

Geen topsport

Tot een dergelijke afweging was men waarschijnlijk nooit gekomen als er vooraf geen intensief overleg was geweest met alle (toekomstige) gebruikers. “Dat overleg beperkte zich niet tot het opstellen van het programma van eisen, maar is ook doorgezet in de uitwerking van het ontwerp” verduidelijkt Peter Mantel. Tim Koolstra vult aan “We zijn met de gebruikers in gesprek gebleven, ook over details, heel wat extra uren en avonden dan we aanvankelijk voorzien hadden. Maar als iedereen respectvol met elkaar om gaat en naar elkaars standpunten luistert, voorkom je dat bepaalde verenigingen, het beweginsgsonderwijs of individuele sporters zich achteraf tekort gedaan voelen.” Luisteren betekent dan echter ook keuzes durven maken, legt Marcel Grijn uit. “We hebben, zowel bij de volleybal , de basketbal als de badminton, hier in Rijswijk verenigingen die op een zeer hoog niveau spelen. Dan is het verleidelijk om in De Altis ook faciliteiten voor topsport in te bouwen, maar aangezien de ruimte beperkt is, gaat die uitbreiding ten koste van de breedtesport. Met een topsportaccommodatie als het Haagse Zuiderpark zo dicht in de buurt, hebben we besloten voor dat segment door te verwijzen naar Den Haag. Dat is geen probleem gebleken voor de betrokken verenigingen.”

Één van de twee sporthallen met tribune die direct is aangesloten op de tribune.

People, planet, profit

De komende tien jaar wordt een groot aantal sportaccommodaties gerenoveerd of volledig vernieuwd. Verduurzaming speelt bij al deze projecten een grote rol, al was het maar omdat de overheid er regels voor heeft opgesteld en de sector zelf een routekaart voor uitgestippeld. Maar de ontwerpers en bouwers van De Altis zijn reeds vrijwillig een stap verder gegaan in het verkleinen van de ecologische voetafdruk door zo sterk rekening te houden met de mogelijkheden van hergebruik van materialen en multifunctioneel gebruik van ruimten. Tegelijkertijd lijken opdrachtgever en opdrachtnemer zich meer dan anderen bewust te zijn geweest van de implicaties van de slogan waarmee het streven naar duurzaamheid ooit gelanceerd werd: people, planet, profit. In de zogeheten triple P benadering staan mensen op de eerste plaats. Een gedeelde benadering waaraan zowel opdrachtgever als opdrachtnemer hoge prioriteit toekennen en waarin zij expertise aan de vergadertafel meebrengen. In onze vaak wat eenzijdige focus op groene energie en milieubeheer dreigen die mensen wel eens op de laatste plaats te belanden, terwijl zij uiteindelijk het maatschappelijk en economisch succes van een circulair project bepalen.

Buurtbewoners

“Een sportcomplex is volgens ons vooral maar niet uitsluitend bedoeld voor sportieve gebruikers,” zegt Tim Koolstra. “Daarom zijn wij zo blij dat De Altis ook populair is bij de buurtbewoners, dat die net zo goed gebruik kunnen maken van de horeca, de multifunctionele ruimte en dat het voorplein ook voor hen als een ontmoetingsplek is gaan fungeren.” Marcel Grijn vult aan dat het complex weliswaar bedoeld was als vervanging voor twee oude hallen en één zaal maar ook een stukje toekomstige vraag moest kunnen opvangen. “En met dat laatste lijken we nu al een beetje bezig te zijn. De Altis is zo’n aanwinst gebleken voor Rijswijk dat velen het complex echt als een parel beschouwen. Zelfs de parkeergarage is in deze coronatijd al gebruikt om er een training of cursus te geven. De Altis was bedoeld voor en van de Rijswijkenaren te zijn; het is dat ook echt geworden, nog meer dan we hadden kunnen hopen.”

Wil je meer weten over dit project? Kijk hier